Beleid en financiën
Rekeningresultaat sociaal domein
In 2020 waren de resultaten over de eerste drie kwartalen naar verwachting. De monitor Sociaal Domein ‘light’ over het derde kwartaal liet geen bijzonderheden zien. Voor de resultaten in het vierde kwartaal is de situatie drastisch veranderd en er is voor 2020 een overschrijding van de begroting ontstaan. Het rekeningresultaat van het sociaal domein laat ten opzichte van de begroting een tekort zien van afgerond € 1,9 miljoen Dit is inclusief een voordeel op beschermd wonen van € 237.000 en een nadeel door nabetalingen voor geleverde zorg in voorgaande jaren ter hoogte van € 207.000. De verwachting is dat het voordeel op beschermd wonen in 2021 weg zal vallen. Hierdoor komen we op een substantiële stijging van het tekort in 2021.
Sociaal domein | Begroting 2020 | Prognose 2020 (NJN) | Q3 | jaarrekening | Saldo jaarrekening |
---|---|---|---|---|---|
Totaal Wmo HH | 3.568.000 | 3.833.000 | 3.553.000 | 4.373.000 | -540.000 |
Totaal Wmo BEG | 4.013.000 | 3.777.000 | 3.970.000 | 4.438.000 | -661.000 |
Totaal Jeugd | 8.770.000 | 9.055.000 | 8.874.000 | 10.073.000 | -1.018.000 |
Totaal P-wet | 1.099.000 | 1.057.000 | 1.057.000 | 774.000 | 283.000 |
Totaal Sociaal domein | 17.450.000 | 17.722.000 | 17.454.000 | 19.658.000 | -1.936.000 |
Met name de onderdelen jeugd en wmo laten in 2020 een nadeel zien. Wij hebben naar aanleiding van deze uitkomst een analyse uitgevoerd op basis van twee vragen, namelijk:
1. Wat veroorzaakt de stijging van de kosten in het vierde kwartaal van 2020?
2. Was deze stijging in het derde kwartaal te voorzien?
Een belangrijke verklaring voor de stijging van de kosten is de toegepaste indexering op de inkoop in de regio Noord en Midden Drenthe. Het afsluiten van de nieuwe contracten is door de gang naar de rechter niet per 1 januari ingegaan, maar per 1 april en per 1 juni 2020. Het tarief voor zorgaanbieder is gebaseerd op de AmvB. Dat betekende een indexering per 1 januari van 2,6%. Bij het ingaan van de nieuwe contracten per 1 juni 2020 is nogmaals een prijsstijging doorgevoerd van gemiddeld 7%. Waarmee de totale indexering voor 2020 is uitgekomen op 9,6 %. Doordat de inkoopvorm de afgelopen jaren meerdere malen is gewijzigd (bijvoorbeeld naar resultaatgericht werken) en door de impact van Corona zijn er geen trends of historische gegevens te onderscheiden waarop we voor deze situatie een meerjarige analyse kunnen baseren. Door de declaratietermijn van 90 dagen en een overschrijding van deze termijn bij 50% van de declaraties was de doorwerking van dit effect in het derde kwartaal van 2020 niet te voorzien.
Dat moment van declaratie is tevens een oorzaak van de onverwachte kostenstijging over het vierde kwartaal 2020. Het vierde kwartaal is voor zorgaanbieders het moment om de declaraties over het hele jaar te verzamelen en in 2021 aan te bieden. Het declaratieverkeer loopt flink achter bij de norm van 90 dagen. In meer dan 30% van de gevallen wordt de declaratie pas ontvangen langer dan 90 dagen geleden na ‘start zorg’ en is er voor bijna 19% nog geen declaratie ingediend. Dat betekent dat in bijna 50% van de gevallen meer dan 3 maanden later zicht is op de verzilvering van ingezette voorzieningen. Overigens is de 90-dagen norm een contractafspraak en is de wettelijk bepaalde termijn 3 jaar. In december 2020 is nog een declaratie van ruim € 140.000 ingediend over de jaren 2017, 2018 en 2019 en betaald.
Een mogelijke verklaringen voor de kostenstijging is het invoeren van A-specifieke producten voor Jeugdzorg in de loop van 2020. Bij A-specifieke producten krijgt de zorgaanbieder een beschikking en kan zij zelf het niveau van zorg bepalen. Het gekozen zorgniveau en daarmee de prijs wordt bij de gemeente pas bekend op het moment van declaratie door de zorgaanbieder. We zullen de effecten hiervan nader analyseren.
In 2020 is door ons college een aantal besluiten is genomen om zorginstellingen overeind te houden om de zorg voor kinderen en jongeren niet in gevaar te brengen. Dit met op de achtergrond de Corona crisis die voor deze doelgroep grote impact heeft. In een aantal gevallen waren dit instellingen die dure, gespecialiseerde zorg aanboden wat in het vierde kwartaal in de kosten naar voren kwam. Vanuit het Rijk is een eenmalige Corona gerelateerde uitkering gedaan voor de
continuïteit van zorg van € 43.012.
Vijf gecontracteerde zorgaanbieders hadden tot en met het derde kwartaal 2020 geen kinderen uit onze gemeente in zorg. Hun inzet voor kinderen uit Midden-Drenthe in het vierde kwartaal van 2020 was in het derde kwartaal niet te voorzien.
Voor Wmo is de aanzuigende werking van het abonnementstarief, met uitzondering van Wmo Begeleiding, een reden voor de voortdurende stijging van de kosten. Dit is een ontwikkeling die door de vergrijzing van steeds nieuwe cohorten blijft doorgaan. De vergrijzing speelt ook een rol in de relatieve toename van het aantal ouderen. De groep ouderen die een Wmo-aanvraag kan doen wordt steeds groter. De trend naar het ambulant aanbieden van zorg in Nederland is hier mede als oorzaak aan te wijzen. Deze trend vertaalt zich onder in langer thuis blijven wonen en minder beschikbare intramurale voorzieningen.
Overzicht Tariefswijziging Wmo Hulp bij Huishouding
Tarieven | 1-jan-19 | 1-jan-20 | Percentage | 1-jan-21 | Percentage |
---|---|---|---|---|---|
HH1 | € 26,40 | € 28,20 | 6,82% | € 30 | 6,38% |
HH2 | € 29,40 | € 29,40 | 0,00% | € 30,60 | 4,08% |
Maatregelen
De beschreven oorzaken voor de kostenstijging in het vierde kwartaal van 2020 zullen we zowel voor Jeugd als voor Wmo verder analyseren. We nemen een aantal maatregelen om de ontwikkelingen beter te kunnen volgen. En waar mogelijk te kunnen bijsturen, binnen de context van de landelijke ontwikkelingen. Een van de maatregelen is het inrichten van een Task Force uit de diverse ambtelijke disciplines die actuele ontwikkelingen op de voet volgt, die signaleert en analyseert. Om waar nodig de prognose zo snel mogelijk bij te stellen en efficiëntievoorstellen te doen. Deze Task Force wordt in haar functioneren ondersteund met data die door het project datagedreven werken vanaf medio 2021 geleverd kunnen worden. Een ander verbeterpunt is het versterken van het contractmanagement in ons samenwerkingsverband NMD. Door met aanbieders in gesprek te gaan over het declaratiegedrag kunnen we het aantal overschrijdingen van de 90 -dagen termijn terugbrengen. Daarmee krijgen we beter zicht op de kosten, en verbetert de liquiditeit van zorginstellingen. Vanuit het programma Sociaal Domein wordt gewerkt aan het optimaliseren van de (interne) werkprocessen, het afstemmen van de werkwijze, het genereren van data en het versterken van het voorliggend veld. Het programma heeft geen directe invloed op de kostenreductie, maar helpt de gemeentelijke organisatie bij de kwaliteitsopgave, de kostenbeheersing en het verbeteren van de dataverwerking in het Sociaal domein.
Het voordeel op participatie is positief door een fors lagere bijdrage in het exploitatietekort, vooral veroorzaakt door de coronacompensatie aan Sw-bedrijven.
Het vervolg van deze paragraaf gaat in op het programma Sociaal domein. Daarna volgt per beleidsveld – wmo, jeugd en participatie – de beleidsinformatie (aantallen), de financiën en een toelichting op hoofdlijnen hierop.
Programma sociaal domein
In 2020 is het programma Sociaal Domein Midden-Drenthe volop tot uitvoering gekomen. Met de steun en inzet van alle teams in het sociaal domein zijn projecten gestart en activiteiten ondernomen die bijdragen aan de driehoek beleid- budget-bedrijfsvoering. De doelen zijn uitgewerkt naar vijftien opgaves, activiteiten en projecten. De centrale visie achter het programma is een verdere doorvoering van de transformatie. In december 2020 is de tussenevaluatie van het programma aangeboden aan de raad. Binnen het kader van de driehoek beleid – budget- bedrijfsvoering zijn in 2020 zijn de volgende projecten en activiteiten gestart of uitgevoerd:
- Actualisatie van de verordeningen Jeugd
- Actualisatie van de verordening Wmo
- Start Praktijkondersteuner Huisartsen per 1 april 2020
- Aanbesteding Datagedreven werken en start projectleider per 1 oktober 2020
- Start data-analyst tbv datagedreven werken per 1 oktober 2020
- Project en workshops ‘Samenwerken binnen het sociaal domein’ voor het omgaan met de regels en mogelijkheden binnen de AVG
- Project ‘Werken aan werkprocessen’ voor een update van de werkprocessen in het CJG en het Wmo-team, in nauwe samenwerking met datagedreven werken
- Start actualisatie Convenant CJG (tussen gemeente, Welzijnswerk en GGD)
- Ontschotting Wmo- arbeidsmatige dagbesteding in samenwerking met Stark
- Financiering van de Thuisblijver inclusief kosten van bezorging
- Start van de pilot Noaberschap 2.0 in Witteveen
- Vervolg inzet van de beleidsmedewerker Kwetsbare jongeren (gestart in 2019)
- Vervolg inzet van beleidsversterking (gestart in 2019) onder andere voor het nieuwe Vrijwilligersbeleid
Een aantal van de genoemde activiteiten is gestart in het najaar van 2020. De eerste resultaten daarvan zijn voor de zomer van 2021 te verwachten. Met de gekozen programmatische aanpak zullen de budgetten in de loop van het programma alsnog ingezet worden voor de beoogde doelen. Er zijn bijvoorbeeld nog budgetten gereserveerd als bijdrage voor de uitvoering van het Wmo-beleid en voor het Jeugdbeleid na vaststelling door de raad.
Wmo beleid
In onderstaande tabellen en grafieken staat het verloop van het aantal geïndiceerde (beschikte) voorzieningen opgenomen. Er is nog niet 1-op-1 een relatie te leggen met de geprognosticeerde uitgaven, omdat in de praktijk niet alle indicaties direct leiden tot zorg(kosten) en niet alle indicaties worden verzilverd.
Wmo HH
In de afgelopen jaren zien we vooral een toename in zowel uitgaven als indicaties op het gebied van huishoudelijke Hulp (HH). De voornaamste verklaring hiervoor is de invoering van het abonnementstarief voor de HH. Hierdoor moeten inwoners die de indicatie HH krijgen slechts € 19,- per maand betalen, ongeacht inkomen.
Financiën Wmo Hbh
Wmo HH | Begroting 2020 | Prognose 2020 (NJN) | Q3 | jaarrekening | Saldo jaarrekening |
---|---|---|---|---|---|
Wmo HH ZIN | 3.575.000 | 3.944.000 | 3.672.000 | 4.420.000 | -476.000 |
Wmo HH PGB | 215.000 | 122.000 | 112.000 | 124.000 | -2.000 |
Wmo HH overige kosten | 128.000 | 117.000 | 119.000 | 126.000 | -9.000 |
Wmo eigen bijdrage | -350.000 | -350.000 | -350.000 | -297.000 | -53.000 |
Totaal Wmo HH | 3.568.000 | 3.833.000 | 3.553.000 | 4.373.000 | -540.000 |
Het abonnementstarief in de Wmo zorgt voor een verhoogd gebruik van de dienst Wmo HbH. Dit heeft als gevolg dat er vaker een beroep wordt gedaan op deze voorziening waardoor we als gemeente meer kosten maken voor HbH.
Dit heeft te maken met de Algemene Maatregel van bestuur (AmvB) reële tarieven. Als samenwerkingsverband NMD nemen wij deze AmvB in acht en indexeren wij jaarlijks de tarieven welke de kostprijs van de producten jaarlijks verhoogd.
Wmo Begeleiding
In de bovenstaande tabel wordt een structurele lichte stijging van het aantal indicaties begeleiding waargenomen. De meeste interventieniveaus zijn stabiel. Echter bij interventieniveau 5 is een stijging waarneembaar.
De stijging in interventieniveau 5 houdt mogelijk verband met een van de nieuwe randvoorwaarde voor indicering bij de nieuwe aanbesteding: ‘Interventieniveau 6 kan alleen worden ingezet indien er een diffuus beeld aanwezig is, na zes maanden is het diffuus beeld verhelderd en ligt er een concreet ondersteuningsplan’. Hierdoor vindt instroom vaker in niveau 5 plaats. We zien ook dat deze trend zich doorzet in Q4.
Financiën Wmo begeleiding
Wmo BEG | Begroting 2020 | Prognose 2020 (NJN) | Q3 | jaarrekening | Saldo jaarrekening |
---|---|---|---|---|---|
Wmo BEG ZIN | 2.306.000 | 2.003.000 | 2.121.000 | 2.560.000 | -557.000 |
Wmo BEG PGB | 438.000 | 535.000 | 630.000 | 634.000 | -99.000 |
Wmo BEG / Wtcg | 200.000 | 170.000 | 170.000 | 158.000 | 12.000 |
Wmo Voorzieningen | 1.069.000 | 1.069.000 | 1.049.000 | 1.086.000 | -17.000 |
Totaal Wmo BEG | 4.013.000 | 3.777.000 | 3.970.000 | 4.438.000 | -661.000 |
We zien in de gemeente Midden-Drenthe dat het aantal volwassenen dat een indicatie heeft licht is gestegen en dat de prijzen van de zorg zijn gestegen. Dit heeft te maken met de Algemene Maatregel van bestuur (AmvB) reële tarieven. Als samenwerkingsverband NMD nemen wij deze AmvB in acht en indexeren wij jaarlijks de tarieven welke de kostprijs van de producten jaarlijks verhoogd.
Jeugd
Op het gebied van jeugd zien we dat het aantal indicaties zich in bandbreedte beweegt van de afgelopen kwartalen. Tussen de circa 850 en 970 indicaties.
Vanaf de nieuwe aanbesteding (Q2) kunnen ook aspecifieke producten geïndiceerd worden. Doel van deze nieuwe producten is het bewerkstelligen van flexibiliteit en maatwerk door de zorgaanbieders, minder administratieve lasten en een betere kostenbeheersing en zo mogelijk kostenreductie.
De stijging die bij de aspecifieke producten te zien is, is de verklarende factor voor de daling bij de interventieniveaus 4,5 en 6. Immers het aantal indicaties blijft zich tussen de eerder genoemde bandbreedte bewegen. De aspecifieke producten worden door aanbieders specifiek gedeclareerd. Dus na declaratie kan het aspecifieke product toegeschreven worden aan interventieniveau 4,5 of 6.
Financiën jeugd
Jeugd | Begroting 2020 | Prognose 2020 (NJN) | Q3 | jaarrekening | Saldo jaarrekening |
---|---|---|---|---|---|
Jeugd ZIN | 7.814.000 | 8.134.000 | 7.893.600 | 9.187.000 | -1.053.000 |
Jeugd PGB | 454.000 | 426.000 | 443.000 | 435.000 | -9.000 |
Jeugd overige kosten | 502.000 | 495.000 | 495.000 | 451.000 | 44.000 |
Totaal Jeugd | 8.770.000 | 9.055.000 | 8.831.600 | 10.073.000 | -1.018.000 |
Op het gebied van financiën kan aangegeven worden dat jeugd een open einde regeling is. De zorg kan geïndiceerd worden door de gemeente (het CJG), de Gecertificeerde Instelling (GI) of de huisarts. De factuur voor de geleverde zorg is voor de gemeente. De sturing op de GI en de huisarts is daardoor beperkt. Een nieuwe ontwikkeling is de inzet van de Praktijkondersteuner jeugd bij de huisartsen. De huisarts kan doorwijzen naar de POH jeugd waardoor zorgvragen vroegtijdig worden opgepakt, en waar nodig op of afgeschaald en waar mogelijk afgehandeld in een kort traject.
Op het gebied van de inkomsten heeft de gemeente Midden Drenthe in 2020 een extra bijdrage van het Rijk gekregen voor de kosten op het gebied van jeugdzorg.
We zien in de gemeente Midden-Drenthe dat het aantal jeugdigen dat een indicatie heeft licht is gestegen en dat de prijzen van de zorg zijn gestegen. Dit heeft te maken met de Algemene Maatregel van bestuur (AmvB) reële tarieven. Als samenwerkingsverband NMD nemen wij deze AmvB in acht en indexeren wij jaarlijks de tarieven welke de kostprijs van de producten jaarlijks verhoogd.
Participatiewet
Het jaar 2020 stond in het teken van een wereldwijde coronacrisis. Ondanks deze crisis, hebben we in 2020 geen significante stijging van het aantal bijstandsgerechtigden vernomen. Echter, we verwachten dat deze stijging er wel gaat komen op het moment dat alle steunmaatregelen vervallen.
Begin 2020 was er sprake van een krappe tot gemiddelde arbeidsmarkt in Drenthe. Dit betekent dat de vraag naar arbeid het aanbod van arbeid overtrof waardoor werkgevers moeite hadden om openstaande vacatures te vervullen. Vanaf maart zijn veel branches stil komen te liggen en is het voor de bedrijven in deze branches onzeker of zij de crisis overleven. Dit betekent op den duur een kanteling in de arbeidsmarkt waardoor er naar verwachting over een tijdje meer werkzoekenden zijn dan vacatures. Toch biedt de coronacrisis ook kansen voor een aantal branches, zoals de zorg, pakketpost en productie. Juist in deze branches zal er meer werkgelegenheid ontstaan.
Kijkend naar het aantal uitkeringsgerechtigden en uitkeringen in onderstaande tabellen, zien we dat deze licht is toegenomen. Veel werkgevers hebben gebruik gemaakt van steunmaatregelen zoals de NOW-regeling en jongeren die werkloos raken, vinden snel weer een baan of kiezen ervoor om weer naar school te gaan. In het vierde kwartaal is een duidelijke daling te zien van het aantal uitkeringsgerechtigden. Deze uitstroom is grotendeels te verklaren door enerzijds het feit dat uitkeringsgerechtigden een baan hebben gevonden en anderzijds vanwege het feit dat relatief veel uitkeringsgerechtigden zijn verhuisd naar een andere gemeente. Ook stromen mensen uit doordat ze de AOW gerechtigde leeftijd bereiken, weer naar school gaan of een relatie krijgen waardoor ze geen recht meer hebben op een uitkering. Tussen maart en september 2020 is een stijging te zien in het aantal uitkeringsgerechtigden. Deze stijging kent ook uiteenlopende oorzaken en is niet uitsluitend toe te schrijven aan de consequenties van de coronacrisis.
In 2020 zijn er een aantal belangrijke ontwikkelingen geweest:
- We hebben de bestaande re-integratienota ‘Re-integratie is (net)werken 2016 - 2020 geëvalueerd. De uitkomst is dat het huidige beleid nog steeds volstaat, maar dat het aangepast moet worden naar (landelijke en regionale) ontwikkelingen. De verwachting is dat het nieuwe re-integratiebeleid in oktober 2021 door de raad wordt vastgesteld.
- We hebben ons in 2020 zowel in de Arbeidsmarktregio Drenthe (AMRD) als lokaal voorbereid op de nieuwe inburgeringswet die naar verwachting op 1 januari 2022 in werking treedt. Daarnaast hebben we in 2020, middels het actieplan ‘Versterking integratie en participatie statushouders 2019 - 2020’ en een tweetal pilots extra ingezet op de ondersteuning van statushouders. In 2021 gaan we hier mee door.
- In 2020 heeft het college het actieplan ‘Versterking positie Midden-Drentse jongeren’ vastgesteld. Dit plan is opgesteld, omdat we zien en horen dat Corona grote impact heeft op jongeren, met name op het gebied van werk en ontwikkeling. In 2021 zullen we extra aandacht besteden aan deze groep.
In- en uitstroom
In onderstaande tabellen staan de in- en uitstroomredenen met aantallen weergegeven.De instroom in het vierde kwartaal 2020 was 43 en is daarmee lager dan de instroom van het derde kwartaal. De redenen van instroom in het vierde kwartaal zijn uiteenlopend en niet uitsluitend toe te schrijven aan de coronacrisis.
De uitstroom in het vierde kwartaal is fors lager dan de uitstroom in het derde kwartaal. De grootste verschillen zitten in de verhuizing naar een andere gemeente en arbeid en dienstbetrekking. In het vierde kwartaal zijn veel mensen uitgestroomd naar arbeid. Cluster werk weet voldoende mensen te bemiddelen in branches waar momenteel werkgelegenheid is zoals in de productie en bij callcenters.
Financiën re-integratie
Particicpatiewet | Begroting 2020 | Prognose 2020 (NJN) | Q3 | jaarrekening | Saldo jaarrekening |
---|---|---|---|---|---|
P-wet - Stark | 395.000 | 353.000 | 353.000 | 102.000 | 251.000 |
P-wet - re-integratie | 704.000 | 704.000 | 704.000 | 672.000 | 32.000 |
Totaal P-wet | 1.099.000 | 1.057.000 | 1.057.000 | 774.000 | 283.000 |
De bijdrage in het exploitatietekort aan de GR Stark valt fors lager uit dan begroot. Stark heeft in financiële zin een beter resultaat gerealiseerd dan begroot. Begroot was een verlies van € 692.000 en er is een nihil-resultaat gerealiseerd. Deze afwijking ontstaat voornamelijk door een hogere Rijksbijdrage ter compensatie voor de effecten van corona.
Het bestuur heeft besloten dat er geen dotatie aan of onttrekking van de algemene reserve van Stark plaatsvindt. De financiële buffer van Stark om eventuele tekorten, mogelijk mede als gevolg van de effecten van de coronacrisis in 2021, op te kunnen vangen blijft hierdoor op het niveau per 1-1-2020 (€ 1,5 miljoen).
Het voordeel op re-integratie (€ 32.000) wordt vooral veroorzaakt door te hoog begrote loonkosten Wiw (€ 36.000). In de begroting 2022 wordt dit aangepast als resultaat van de operatie stofkam. Voor het overige zijn de budgetten conform begroting besteed.
Werk/re-integratie
Plaatsingen
In de volgende tabel staat het aantal geplaatste mensen op de door de gemeente binnen gehaalde werkstages, taalstages, proefplaatsingen en vacatures. Dit kunnen dus ook mensen zijn die geen bijstandsuitkering ontvangen, de zogenaamde niet-uitkeringsgerechtigden (NUG). Alle in de tabel opgenomen NUG zijn woonachtig in Midden-Drenthe.
In de eerste helft van 2020 zijn er 56 mensen bemiddeld naar een werkstage, proefplaatsing of vacature en in de tweede helft van 2020 59 mensen. Ondanks de coronacrisis worden er nog steeds mensen bemiddeld naar (lokale) werkgevers. Wel zie je dat de branches waarin deze uitstroom plaatsvindt, verschilt ten opzichte van 2019. De branches die momenteel in zwaar weer verkeren zoals de detailhandel en de horeca hebben weinig tot geen mensen een plek geboden.
Loonkostensubsidie
Hieronder wordt weergegeven hoeveel mensen met een indicatie banenafspraak in de periode januari tot en met december aan het werk zijn. Aan het begin van 2020 waren er 41 mensen met loonkostensubsidie werkzaam en aan het einde van 2020 38. Voor de doelgroep waarvoor loonkostensubsidie wordt betaald, geldt dat er veel in, door- en uitstroom is. Zo gebeurt het dikwijls dat iemand toch niet op zijn plek zit en er gekeken moet worden naar een andere vervolgstap in de re-integratie. Dit kan bijvoorbeeld een andere werkgever zijn, een beschutte werkplek of een re-integratietraject.
Beschut werk
In het vierde kwartaal zijn in totaal 12 mensen met een indicatie beschut werk op grond van de Participatiewet werkzaam. Hiervan zijn 10 mensen binnen Stark geplaatst en 2 personen buiten Stark (i-Werk).
Beschut werk | Eind 2020 |
---|---|
Stark | 10 |
Buitenschappen | 2 |
Wsw
In onderstaande tabel staat het aantal werkzame Wsw’ers uit Midden-Drenthe. Omdat er met ingang van 1 januari 2015 geen instroom meer mogelijk is op grond van de Wsw, loopt dit aantal gemiddeld met 5% per jaar terug.
Wsw | Eind 2020 |
---|---|
Stark | 105 |
i-Werk Assen | 35 |
Buitenschappen | 2 |